zondag 29 december 2013

De Oorsprong van de Oliebol.

Over godinnen met afketsende zwaarden, smout, etymologie, en héél véél poedersuiker.

Vandaag en morgen eten we ze weer: oliebollen. Nog even snel voordat we weer aan de goede voornemens gaan. Zompig, vet, warm, koud, zelfgemaakt, of van de gebakkraam op de hoek. De jaarlijkse testen zijn geweest, en op dit moment barst het culinaire web weer uit zijn voegen van de onmisbare tips, succesformules en recepten voor de perfecte oliebol.

Maar waar komt het ding nou eigenlijk vandaan?

De oorsprong van de oliebol.
Over het ontstaan van de oliebol bestaan -zoals zo vaak bij recepturen en gerechten- verschillende versies. Online en in stapels kookboeken vond ik de volgende theorieën:
De meest fantasievolle gaat over Germaanse stammen, die geloofden dat 's nachts de godin Perchta ronddwaalde. Een godin die de buiken van luiwammesen en ongehoorzamen opensneed. Om deze slechte geest een beetje tevreden te stellen, werd gefrituurd deeg geofferd, maar vaak ook zelf opgegeten. Door het vet dat in deze oliebollen zat, zou het zwaard van Perchta niet de buik opensnijden, maar op de vette koeken uitglijden, en zou men aan haar toorn ontkomen.
Een ander -waarschijnlijker- verhaal stamt uit de periode aan het einde van de Middeleeuwen. Kerstmis was in die tijd het einde van een vastenperiode. Om dit te vieren was er behoefte aan een voedzame lekkernij. En dat waren oliekoeken. Gemaakt van houdbare grondstoffen, omdat al het verse voedsel immers op was, en dus lekker vullend.

Toch niet Hollandsch?
De derde optie is er één waarbij men ervan uitgaat dat de oliebol uit Portugal komt. Het vermoeden bestaat dat de Portugese Joden die tijdens de Spaanse Inquisitie naar Nederland vluchtten hun recepten meenamen. In Portugal at men destijds al iets dat op oliebollen lijkt: oliekoeken met gedroogde zuidvruchten, en dat het gerecht dus zo in Nederland geïntroduceerd werd. 
Tenslotte zijn er de Belgen. In De Belgische Keuken wordt door Nest Mertens en Dirk Prins beweerd dat het woord 'oliebol' een Noord-Nederlandse verbastering is  van het Vlaamse 'smoutebol', een bol die in smout -ossenwit- gebakken werd. Volgens De Dikke van Dam is dit 'onzin, natuurlijk'. Oliebol was geen verbastering, maar gewoon een ánder product met een ándere bereidingswijze. En ook Louis Paul Boon maakt met deze Vlaamse bewering korte metten: "In ossevet worden smoutbollen, en in olie oliebollen gebakken.."

Oliekoek vs. Oliebol
De 'oliekoeken' op het schilderij van Albert Cuyp uit 1652 lijken qua vorm verdomd veel op de hedendaagse oliebol. Maar eeuwenlang noemden wij oliebollen dus nog oliekoeken. In de loop van negentiende eeuw krijgt het woord oliebol steeds meer aanhang. In 1868 nam de Van Dale 'oliebol' op. Volgens mijn chronologisch woordenboek werd de benaming in 1884 geïntroduceerd, maar was deze nog steeds niet gangbaar. En dat blijkt volgens Wikipedia ook uit het Woordenboek der Nederlandsche taal van 1896. Daarin wordt 'oliekoek' nog steeds als de gebruikelijke benaming voor oliebol genoemd. Maar daarna gaat het snel; vanaf begin twintigste eeuw wordt alleen nog maar over oliebollen gesproken. 

Magere oliebollen
Wel leert het ver teruggaan naar oude recepten ons dat de oliebol vroeger een veel rijker gerecht was. Krenten, rozijnen of appel zien we nu ook nog weleens, maar vroeger werd daar nog sukade, oranjesnippers, gember, citroenschil of amandel aan toegevoegd. Dat maakt de exemplaren die wij deze week maken of kopen eigenlijk maar magere varianten. 
Ook Japke-d. Bouma van nrc.next is er niet zo'n fan van. Gisteren las ik deze leuke column van haar online:
"Hij is de C-categorie onder de mislukte gerechten. Vraag het na, en niemand weet waarom we er ook alweer zo opgewonden over doen. De pannenkoek, de Belgische wafel, de poffer en de donut kunnen het zo overnemen. Zij weten wereldwijd miljoenen ondernemers tot gespecialiseerde verkooppunten te inspireren; het hele jaar open, zonder enig probleem. Even serieus: dat zie je de oliebol niet doen."

Legendarische recepturen
Mythische do's en don'ts over het kopen én maken van oliebollen zijn er genoeg. De beste bollen komen volgens de test van het AD opnieuw uit Rotterdam. Daar kun je dus gezellig twee uur voor in de rij gaan staan. Maar de kritieken van deze súperbelangrijke maak-t-of-kraak-t-testen kunnen ook vernietigend zijn. Op de site van het Parool hebben ze het al over oneetbare baksels met ranzige nasmaak: "de aller-smerigste oliebollen hebben een betonnen korst, lijken op een pussig gezwel met krenten aan de buitenkant als zwarte mee-eters, of smaken naar sigaretten". Aha. Jammie.
Zelf bakken dan maar? In het schuurtje, zoals mijn vader vroeger deed. Of met een doek om het hoofd en de afzuiger aan. Lauwwarm water in plaats van melk; dan verbranden ze minder snel. Of het beslag niet langer dan 15 minuten laten rijzen. De truc van een ijs-portioneerder in plaats van twee lepels. En -oh mijn God- je blijkt ze ook nog eens ab-so-luut niet te mogen stapelen!

Hoe dan ook; het gebakken gistbolletje hoort er gewoon nog steeds heel erg bij. Dus eet ik op oudejaarsavond zeker weten een oliebol. En overmorgen? Dan zijn we er een heel jaar lang weer van af.

Hoe, waar en met wie u ze ook eet, ik wens u alvast een heel gelukkig en lekker 2014!

vrijdag 20 december 2013

Geen Sissi, maar SOMM: een foodfilmvakantie

"I feel it in my fingers
I feel it in my toes"

De kerstvakantie is bijna hier. Ook voor de grumpy ones onder ons is er nu echt geen ontkomen meer aan! Ik was afgelopen week bij de huisarts.. en zelfs op zo'n plek, die toch eigenlijk doordrenkt hoort te zijn van kleine kwaaltjes, ongelooflijk ongemak en verschrikkelijk verdriet, blijkt de Christmas spirit gewoon doorgedrongen, en zat ik dus -alsnog- in een vlijtig gedecoreerde wachtkamer. Geloof mij: vandaag of morgen dendert de kerstsfeer onvermijdelijk en onverbiddelijk óók de laatste zich tot op heden nog moedig staande houdende winkels, restaurants en huiskamers binnen.




Tidings of comfort and joy
Zelf ben ik -als eeuwige laatbloeier- inmiddels ook maar lekker overstag gegaan voor wat commercieel opgelegde kerstsfeer. Dus zing ik gewoon voluit met Nick en Simon mee. En met Mariah Carey. En vraag ik een plaatje aan bij Serious Request. En heb ik op de valreep toch nog stiekem wat kerstlichtjes aangeschaft, en een handje kerstkransjes in een onooglijk presenteerschaaltje op tafel gezet. Kom ik hier gewoon voor uit. De televisie doet ook aardig mee, trouwens. Romantische comedy's, cabaret, jaaroverzichten, concerten, kinderfilms... niet te doen. En van die films, die je al tien keer hebt gezien natuurlijk. Love actually is al geweest dit jaar. En was -ook dit jaar- weer geweldig. "Yes is being my answer" en het harverscheurende "just in cases". Check; afgevinkt.

Fijne vakantie-foodfilms
Maar daar mag het van mij dit jaar bij blijven, want... Schrek, Annie en Sissi; zelfs ík trek hier de grens. In plaats daarvan heb ik de kerstvakantie gekroond tot het ideale moment om de fijnste foodfilms die ik dit jaar zag, nog eens lekker terug te kijken. Een eigen jaaroverzichtje, zeg maar. Want; van eten en drinken op het beeldscherm is het bijna net zo genieten als aan tafel! El Bulli; cooking in progress,  More than Honey en Jiro dreams of sushi, bijvoorbeeld. Niet het meest actuele aanbod, maar dat hoort heel erg bij kerst. Dus -hup, de bank op.
Hier mijn tips, en zoals u van mij gewend bent, komen zowel de verfilmde wijnen als spijzen aanbod.

SOMM


So there is this diploma... Niet zozeer voor de Foodies, Foodista's, Culi's en Kookgekjes. Maar wél voor de liefhebber van de wondere wereld van wijn en een kijkje achter de schermen bij de vakidioten die zich er in bekwamen. Een heerlijk interessante documentaire waarbij vier fanatieke sommeliers gevolgd worden in hun voorbereiding naar het prestigieuze examen voor Master Sommelier. "The hardest test you've never heard of". Competente en competitieve karakters met niet alleen doorzettingsvermogen, maar ook met obsessieve trekjes, prachtige beelden van druiven, glaswerk, het productieproces en de landschappen, continue begeleid door meeslepende strijkersmuziek. Over studeren en proeven, de geur van een net geopend blik tennisballen en de offers die men brengt, op weg naar de top. "SOMM takes you on the ultimate insider's tour into a world of obsession, hope, and friendship in red, blanc and sometimes rose". Indrukwekkend portret over topsport en toewijding. Spannend tot het einde. En een ideale pairing met een glas rood op de bank.


Make Hummus, Not War

Hierover blogde ik al maart in het vooruitzicht naar het FoodFilmFestival van dit jaar. Een prachtige en amusante zoektocht naar de oorsprong van een conflict uit het Midden Oosten, waarover u nog niets in de krant las. Een hommage aan een van de oudste bereidingen ter wereld en de landen die dit erfgoed claimen. Filmmaker Trevor Graham neemt ons mee op reis langs gepassioneerde rivaliteit, eeuwenoude familierecepten, authentieke hummus-bars, oververhitte politici en eetculturen, die meer gemeenschappelijke aspecten dan grote verschillen onthullen. Grappige en intense verhalen, humoristisch aan elkaar gepraat en flitsend gemonteerd. Behalve een rij aan antwoorden op de vraag "can a region own a food?", wordt er ook nog knipogend een gooi gedaan naar vrede. "Call me crazy, call me naive, but if hummus is a food of love, could it be the food of peace?". Als dát geen kerstboodschap is...?!

Ho Ho Ho. Ik schud de kussens van de bank vast op, de afstandsbediening ligt klaar en ik doe nog een graai in mijn kneuterige kerstkransjesbakje. Kaarsjes aan: ík geef me over. Kerstvakantie: kom d'r maar in! Happy Holidays!

"It's the most wonderful time of the year"...

woensdag 20 november 2013

De alleen-etende mensch

Over medelijden, moed en troost, en over dat dat allemaal misschien wel niet nodig is...

Toen ik jong was, vond ik mensen die alleen in een restaurant zaten te eten altijd enorm zielig. Dan waren we met mijn ouders en broertje uiteten, en zat een paar tafels verder een meneer in zijn ééntje aan een tafeltje... Hartverscheurend vond ik dat, en ik stelde dan ook vaak voor om hem uit te nodigen aan onze tafel. Tijdens de avond bleef ik maar checken of meneer niet ter plekke aan zijn eenzaamheid ten onder zou gaan, maar dit gebeurde natuurlijk nooit.

Tientallen keren legden mensen mij uit dat alleen natuurlijk niet hetzelfde is als eenzaam. Het heeft eigenlijk ook wel iets moedigs, of juist iets luxueus.. Zoals in het werk van Harry Mulisch. In zijn boeken gaat de hoofdpersoon vaak (geromantiseerd) alleen uiteten, die hoofdpersonen zijn altijd vér van zielig. Ze eten goed, en smakelijk, hebben meer tijd om hun omgeving te observeren, leggen contact met obers, en genieten vaak extra van de smaken op hun bord of in hun glas. Daarnaast heb ik tijdens mijn werk trouwens ook nog nooit meegemaakt dat de alleen-etende gast tijdens het hoofdgerecht van ellende in huilen uitbarst. Eigenlijk vertrekken ze juist vaak innig tevreden, en dan beeld ik me maar in dat ze na hun vorstelijke maal naar hun éénpersoonshotelkamer gaan, om daar met een goed boek weg te zakken in een behaaglijk warm schuimbad, en zulke door-mijzelf-bijgevoegde-beelden troosten mij dan wel weer.

"Alleen is een puur fysieke toestand"
Dat klinkt natuurlijk raar; dat ík getroost zou moeten worden omdat ik een ánder zielig vind. Maar dat is eigenlijk precies waar het om draait; ik vind die mensen misschien zielig, maar dat betekent natuurlijk niet dat zij dat zelf ook zo ervaren...

Dat bevestigt ook Professor van Avermaet, sociaal psycholoog, in een artikel van Goed Gevoel: 'Hoe anderen van buitenaf toekijken op iemand die alleen zit, verschilt erg van hoe die persoon er zelf over denkt. Mensen die naar het park gaan als een sociale bezigheid beschouwen, gaan op die manier ook naar anderen kijken en dat gedrag vergelijken met hun eigen verwachtingen.'

Het is duidelijk: ík beschouw naar een restaurant gaan blijkbaar gewoon heel erg als een sociale bezigheid. Voor mij is eten verbinding maken. Met je zintuigen, je lijf, jezelf, maar vooral met anderen. Eten is ontmoeten, delen, erover praten, van elkaar proeven. Ik heb er ook altijd zo'n oerbeeld bij van dieren die bij een waterbron of voederplaats samenkomen, en met z'n allen daar eten en drinken. Samen eten hóórt eigenlijk gewoon, vind ik.

Maar dat vind dus niet iedereen.
Gaat u vaak alleen uiteten? Omdat het zo loopt, of juist omdat u dat zo prettig vindt? Of zou u graag alleen uiteten gáán, maar durfde u tot op heden niet? Grijp deze week uw kans: Pop-up restaurant Eenmaal gaat open, het eerste éénpersoonsrestaurant ter wereld. Een restaurant met enkel tafeltjes voor één persoon. Een creatie van social-designer Marina van Goor, van de gelijknamige Ontwerpstudio.
"It is the perfect place to dine in pleasant solitude; an exciting experiment for those who never go out for dinner alone and an attractive place to eat for those who already enjoy doing so".
Het concept werd al eerder getest tijdens Rollende Keukens en een succesvolle zomereditie.
Nu is er de herfsteditie, waarvan het aantrekkelijke menu al op facebook te zien is. 
Wanneer: 21 & 22 november 
Waar: Bos en Lommerweg 361, Amsterdam
Reserveren: reserveren@eenmaal.com
Info: www.eenmaal.com



Of ik zelf een reservering gemaakt heb? Nee. Niet alleen omdat het misschien nog íets te gewaagd is voor mij, maar omdat ik die avonden zélf al mensen bedien. 
Mocht daar weer eens een "ééntje" bijzitten, dan neem ik me bij deze voor om mijzelf uit te dagen en me aan leren om daar anders naar te kijken... te zien hoe meneer of mevrouw in zijn of haar eigen aangename gezelschap eet, drinkt, proeft en geniet.... mijn ideeën bij te stellen, en wie weet.. reserveer ik dan voor de wintereditie van "Eenmaal" wél een tafeltje....

woensdag 6 november 2013

Het regent en het is november... Troostvoer!

Over de herfst van het leven en dampende kommen soep.

Het regent en het is november:
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt. 


De eerste strofe van het gedicht "November" van JC Bloem. Het moge duidelijk zijn: meneer Bloem heeft het hier niet alleen maar een beetje over het weer. Meer over het najaar van het leven. En zoals de regen ons soms wat somber kan maken, lukt het Bloem in dit gedicht uitstekend om ons in zijn herfstdepressie mee te sleuren, naar deze koude maand waarin het verval des levens van zich laat horen. En dat gaat -inderdaad- gepaard met een portie poëtische somberheid. Doe je niks aan.. Of tóch wel?

En in de kamer, waar gelaten
Het daaglijks leven wordt verricht,
Schijnt uit de troosteloze straten
Een ongekleurd namiddaglicht


Het ís natuurlijk ook een rare maand; november.. Met z'n korte dagen en hevige herfst. Het wordt merkbaar eerder donker, elke keer weer die regen, wind, natte bladeren, brrr.. Soms denk ik dat november met al zijn droefheid eigenlijk de échte laatste maand van het jaar is, maar dat we er ooit, om de pijn van deze glansloze eindigheid wat te verzachten, nog een "feestmaand" achteraan bedacht hebben. Waarbij dan dat "daaglijks leven" nog even opgefleurd wordt met stoomboten en rendieren en waarbij die "troosteloze straten" volgegooid worden met gekleurde lichtjes. Prima idee, als je het mij vraagt, want ik hou wel van een feestje.. Maar eerst dus november...

November, waarin de stemmige eindejaarsblues nog even niet overstemd worden door luide sinterklaas- en kerstliedjes. Waarin die picknick in het Vondelpark zo belachelijk ver weg voelt en overal regenjassen droevig druipend in kille gangen hangen. 

De jaren gaan zoals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid
Meer tussen dove erinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid.


Die arme meneer Bloem. Hij liet zich niet inpalmen door het vooruitzicht van december. Voor hem lag het dieptepunt, hier en nu. In november.

Ik heb me daar tegen gewapend. Voor mij is er eigenlijk maar één manier om deze maand met z'n onvermijdbare sporen van ouderdom en eindigheid een beetje ongehavend door te komen. Want uiteindelijk gaat het in dit blog natuurlijk over eten. Troostvoer, in dit geval. Dames en heren, er is maar één echte remedie voor November, en dat is... soep. 
Elke keer als ik in november bij ingangen van winkels, restaurants en buren weer zo'n overvolle paraplubak zie staan, met van die lekkende paraplu's er in en zo'n zielig plasje er om heen, denk ik aan JC Bloem met z'n "altijd november, altijd regen", en dan besluit ik snel om weer soep te gaan maken.

Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan den tijd;
Altijd november, altijd regen,
altijd dit lege hart, altijd.


Veel soep dus.
"Om te ontkomen aan den tijd"Diepe borden, mokken of kommen om je handen aan te warmen, om ze omheen te vouwen. Lekker behaaglijk. Slurpend, drinkend of lepelend. Zo'n hoopgevende pan soep op het vuur. Volgens Ischa Meijer was soep "als een goede vriend in huis". En het TownHouse Hotel in Maastricht heeft dat ook begrepen, daar bieden ze de gasten in deze tijd een kommetje soep aan bij het inchecken. Over een warm welkom gesproken. Dus ja, ik heb meteen geboekt.


De eerste week van november begon meteen met storm, en veel regen. Mijn eerste soepen van deze maand heb ik dus al op. Pindasoep met garnalen en kroepoek, en Tom Kha Kai met kokos. Het hielp. Maar voor eventuele toekomstige herfstbuien, heb ik al lang besloten wat mijn volgende opbeurende opwarmer wordt:

Aardappelcrèmesoep met truffel. 
Mmmmmmm! Recept hier, via Elle Eten te vinden. Heeft voor een soep nogal een fikse bereidingstijd, maar goed; dat is me zo'n kommetje antidepressiva, warmte en troost wel waard. Met knapperige aardappelkaantjes. Hoppetaaa, lekker romig, dikke Bourgogne erbij, en zo komen we de maand wel door. Niks leeg hart.

Ik zeg: november; eat your heart out!


zaterdag 19 oktober 2013

Stevige wijnen onder donkere wolken...

Over een krachtig mini-AOPeetje...

In de -letterlijke en figuurlijke- schaduw van de Bordeaux-streek, liggen in de Dordogne rond de stad Bergerac 13 kleine, relatief onbekende AOP's. Pécharmant is er daar één van. Hoewel er -zoals zo vaak- verschillende etymologische theorieën over het ontstaan van de naam zijn, lijkt het er op dat het woord Pécharmant een verbastering is van 'pech charmant' ofwel ‘charmante heuveltop’. De appellation bestaat sinds 1946 en beslaat zo'n 400 hectares. Ze maken hier gebruik van dezelfde blauwe druivenrassen en technieken als in de naastgelegen machtige Bordeaux, en daarom wordt deze kleine appellation ook wel eens aangeduid als de Saint-Emilion van de Bergeracstreek. Stevige rode wijnen, met bewaarpotentieel. Door de droogte in dit gebied hebben de wijnen vaak een mooi geconcentreerd karakter. 

Wij bezochten in september Château de Tiregand. En van die droogte was trouwens al dagen níets te merken. De wijngaarden van dit prachtige Château, liggen op de heuvels ten noordoosten van Bergerac. Op het moment dat wij komen aankarren, doen zij zich tegoed aan wat laatste stralen zonlicht die moedig stand proberen te houden tegen de naderende wolkenpartijen.

"It is said to have been founded in the 13th century by a natural son of England’s King Edward III named Edward Tyrgan. The Château de Tiregand, listed in the official supplement of France’s Historic Buildings, now belongs to the heirs of the Countess François de St Exupéry."
We hebben een afspraak met meneer François-Xavier de Saint Exupéry -inderdaad- een nazaat van...

Het is meteen duidelijk dat dit geen standaard rondleidinkje gaat worden, want na een warm welkom, mogen wij mee in zijn auto, voor een rit door de wijngaarden. Hij vertelt ondertussen. Over de druiven: 54% van de aanplant is hier Merlot, 23% Cabernet Sauvignon, 18% Cabernet Franc en 5% Malbec. Over de winter van 1956, waarin de vorst de de gehele oogst vernietigde. Over de hellingspercentages binnen het gebied en over hoe rond deze tijd meerdere keren per dag de rijpheid van de verschillende rassen bekeken wordt, om het juiste plukmoment te bepalen.
We stappen uit. Boven onze hoofden vormen de wolken zich zoals de wijnen hier; zwaar en donker. We wroeten in de vochtige grond. De bodem bestaat hier uit een kiezelzandlaag op een ondergrond van keitjes. De helling naar Pécharmant toe verandert geleidelijk in zand en kiezel uit de Périgord, met midden daarin de fameuze laag "tran"; een ijzerhoudende kleilaag die aanzienlijk bijdraagt aan de karakteristieke generositeit, structuur en bewaarmogelijkheden van de wijn. Ik doe wat ik bij elk bezoek aan een wijngaard doe: ik pik een steentje onder een druivenstok vandaan en neem die als terroir-souvenir mee. 

Het begint te regenen. Meneer de St Exupéry is er blij mee, het is in de weken hiervoor té lang droog geweest. Wij mogen de kelders in, én we gaan proeven. De drie glazen die gepland stonden, worden er negen, tien, elf, twaalf. Er komen nieuwe flessen, karaffen, nieuwe jaren, andere samenstellingen van de druivenrassen. We proeven en praten, onze gastheer vertelt zó vol passie dat het me ontroert. 

"Souplesse et rondeur pour le merlot, corps et bouquet pour le cabernet-franc, fruité et arôme pour le cabernet-sauvignon, et touche veloutée pour le malbec."


Bessenfruit in het 'nu'
Mijn proefnotities voor later worden overstemd door het heerlijke nu en eindigen in slordig door elkaar lopende krabbels. Iets met 35 hectare tellende wijngaarden, stokken met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar. Van dieprood tot paars, pruim, overrijpe kers en veel bessenfruit. Van houtopvoeding tussen 12 en 18 maanden en malolactische gisting op vat. Van bittere chocolade, mint, peper en koriander tot minerale tonen en stevige tannines. Overzichtelijke informatie voor een later blog is het eigenlijk al lang niet meer, maar de beleving telt nu zwaarder. 

Adieu! 
De ochtend is in de namiddag overgegaan en het afscheid gaat gepaard met een wolkbreuk. Met een aantal flessen in de achterbak, een steentje in de jaszak en zwartpurper-gekleurde lippen verlaten wij met zwiepende ruitenwissers het Château en haar wijngaarden. De buien kunnen ons -voor deze keer- even niet deren. Terwijl het onweer losbarst, zijn wij vol van dankbaarheid

Au revoir!

dinsdag 8 oktober 2013

Wat eten we vandaag?

Over personeelseten en marktshoppen.

Ik eet vijf dagen per week op mijn werk
Dat klinkt heel luxe, en dat is het natuurlijk ook wel... maar ik doe dat nu al zo lang dat ik er aan gewend ben geraakt. Lange tafels, geen afwas en je maaltje bereid door professionals. Ik mag zeker niet klagen. Maar voor diegenen die denken dat ik elke avond aan de scheermessen met vinaigrette van basilicum, granité van pomelo en garnalencocktail met granny smith-ijs zit; personeelseten houdt vooral in; vroeg eten, kort tafelen, even op je telefoon kijken hoe het met de rest van de wereld gaat en -ja: eten wat de pot schaft. Voordeel: ik hoef nooit na te denken over de vraag 'wat eten we vandaag?' Nadeel: ik kan nooit eens lekker nadenken over de vraag 'wat eten we vandaag?'.
Zo weinig zelf hoeven koken betekent ook dat ik weinig voedselvoorraden in huis aanleg. Ik doe wel wat boodschappen voor het ontbijt, -of mijn midnight-snack-, maar ik hoef er helaas zelden écht op uit om ingrediënten in te slaan voor een diner bij mij thuis. Voor dat bakje Alpro hoef je natuurlijk niet 'op pad'. Ik doe mijn boodschappen dus gewoon... bij Albert Heijn.
Nooit naar de speciaalzaak, nooit naar de traiteur en zelfs nooit naar de markt; als je geen tijd hebt om het thuis op te eten, is uitgebreid 'culishoppen' gewoon hartstikke zonde.


Maar op zondag kan ik thuis eten.
De Albert Heijns in Amsterdam zijn dan weliswaar massaal open, maar de markt? Die is altijd door de week. Behalve die ene... juist; The Sunday Market. Een markt die elke eerste zondag van de maand op het Westergasterrein in Amsterdam plaats vindt. Niet te groots opgezet, en met alleen maar stands die handgemaakte producten verkopen; zowel food als nonfood. Jong, oud, geitenwollensokken, yuppen, brak, fris, kinderwagens, studenten en hipsters. Het levert een vriendelijk, toegankelijk en creatief sfeertje op.

De zon scheen, dus de markt stond meteen 1-0 voor.
De spullenkraampjes hebben van die felgekleurde gestreeptje dakjes en bieden gevarieerde -zelfgemaakte, zelfontworpen of zelf geïmporteerde- koopwaar. Ladingen sieraden en gehaakte omslagdoeken, die voor mij eigenlijk een iets te hoog knutselgehalte hebben, maar ook hippe waterflesjes die beter voor het milieu zijn; de Aqua-licious, regenhoeden die zichzelf TopDops noemen en fijne leren tassen van Moon, die heerlijk naar de zadelkamer van de manege van vroeger ruiken.
Het meest gelukkig werd ik van de stands met tweedehands lampenkappen, serviesjes, kasteelglazen en graaibakken met -oh jeugdsentiment!- van die sleutelhangers met -ah toepasselijk!-miniatuurboodschappen. Kleine verkleurde plastic flesjes oranjebitter, verweerde chocoladereepjes, minipotjes pindakaas en versleten tubetjes tandpasta aan ijzeren ringen. Ik had graag een bod gedaan op de schaal met gehele inhoud, ware het niet dat ik dat twintig jaar geleden op een rommelmarkt al eens gedaan had, en nu echt niet meer weet waar mijn verzameling van toen gebleven is.
Herinnerd worden aan de herinnering was genoeg. 2-0 voor de Sunday Market.
Bovendien; ik was hier voor de échte voedingsmiddelen.

Cupcakes en empanadas.
Door naar het eetgedeelte, dus. Niet zomaar wat groenten en fruit. Wat een keuze! We besloten de koffie en thee te skippen en begonnen maar meteen met een glas Hongaarse Bubbels. Waarom? Omdat dat voorhanden was. En dat voor 2 euro. Grappig. De Sunday Market is ongewoon in haar aanbod, en biedt een platform voor leuke en bijzondere foodconcepten. Van cupcakes tot empanadas. Je kunt er echt de hele middag door je hapjes bij elkaar scharrelen.
We proefden en proefden. Kaasjes, worst, Pinxto's, oesters. Smikkelden en smulden. Van de Vegetarische Pita Gyros van Vleesch noch Visch. We zagen een Crepes-Mobiel, Hummus Hoek en Waffels op Wielen.We dronken Bionade op een bankje.

Namen we ook nog wat mee dan?
Ja natuurlijk. Dat was het hele idee: boodschappen voor s' avonds. Wat wij vandaag eten? Homemade Pies van Pieman.nl. Drie voor een tientje, -want altijd ronde prijzen; ook zo leuk aan shoppen op de markt. Steak Pie; met rundvlees, champignons en rode wijn. Lambs Pie; met lamsgehakt en aubergine. En een vegavariant; met Griekse fetakaas en gesmoorde spinazie. Missie volbracht.

Ik verheug me nu al op de volgende keer dat ik moet inslaan voor het eten 's avonds. Wij komen terug.

Wat: The Sunday Market
Waar: Westergasterrein, Amsterdam
Wanneer: elke eerste zondag van de maand, tussen 12 en 18 uur.

zaterdag 14 september 2013

Energie uit wijn. Maar das logisch.


Ik heb altijd al gevoeld dat er energie uit wijn voortkwam. Op vele manieren.

Wijn is geschiedenis, wijn is geografie, aardrijkskunde, economie, scheikunde, biologie. Wijn is een heleboel theorie; landkaarten, jaartallen, bodemsoorten, boeken vol... en een heleboel praktijk; proeven, proeven en nog meer proeven, glazen vol.
Wijn is marges berekenen en verhalen vertellen tegelijk. Wijn voegt waarde toe, aan momenten, eten, beleven, aan vriendschap, liefde. Wijn is lezen, schrijven, luisteren, vragen, adviseren, maar ook vallen, opstaan en opnieuw proberen.
Wijn is passie, blijdschap, chemie, letterlijk en figuurlijk.
Wijn vraagt soms veel. Maar wijn geeft terug. Genot, spanning, gevoel, smaak, geur, gastronomie... energie genoeg. 
Maar dat dat sinds vandaag ook letterlijk bewezen is, dát had ik niet verwacht... ;-)
Electriciteit uit glas wijn
"Op de IDF in San Francisco heeft Intel een proefopstelling gedemonstreerd waarbij het elektriciteit uit een glas wijn opwekte.
De proof-of-concept-opstelling van Intel verbruikt dusdanig weinig stroom dat deze kan werken op de chemische energie die aanwezig is in een glas wijn. De opstelling bevat een processor met laag energieverbruik en een versnellingsmeter.
Uit de demonstratie viel op te maken dat in het glas wijn twee elektrodes waren geplaatst. Zodra de wijn werd ingeschonken, kwamen de processor en versnellingsmeter tot leven en werd een bloem op een e-inkscherm getoond. Daarnaast werden live gegevens afkomstig van de versnellingsmeter op het scherm weergegeven.
Volgens de chipgigant bewijst het experiment dat weinig stroom niet per se weinig prestaties hoeft te betekenen. De aankomende chips zouden in de toekomst zo weinig stroom verbruiken dat ze aangedreven zouden kunnen worden door 'de hitte van onze huid, door kamerlicht of door een glas wijn', zo vertelde een Intel-onderzoeker."
Bron: Tweakers

maandag 26 augustus 2013

Vandaag doen we alsof het 16 April is.

Zweven is leven.
Een recentelijk door mij uitgevoerd onderzoek heeft uitgewezen: een hele middag en avond Parade gaat zelden voorbij zonder een behoorlijke hoeveelheid wijn.
Het regende zonnestralen, we zaten uren aan de picknicktafels, draaiden in de zweefmolen, zongen vals mee in de Silent Disco en dronken wit, teveel wit. Met alle gevolgen van dien.

Geen beter moment voor een dagje in slowmotion met wat anti-kater-food.

Eggs Benedictdag
Een brunchgerecht met net zóveel verschillende herkomstverhalen eróver, als variaties erván.
De meest voorkomende -en mijn favoriete- versie over het ontstaan van de Eggs Benedict gaat over effectenmakelaar Lemuel Benedict die op 16 april 1894 in het New Yorkse Waldorf Hotel met een enorme kater in de ontbijtzaal zit en niet weet wat hij van de kaart moet kiezen. Hij bestelt een gerecht waarin al zijn favoriete ingrediënten voorkomen: eieren, bacon, beboterde toast en Hollandaise saus. Oscar Tschirsky, de toenmalige en beroemde Maître d’Hôtel vond dit zo'n geweldige combinatie dat hij dit gerecht op de menukaart van het Waldorf Hotel zette. Hij verving wel de toast door muffins. Eggs Benedict zijn geboren en 16 april is in vele landen nog steeds bekend als Eggs Benedictdag. Vandaag voelt een beetje als 16 April.

"Meer dan honderd jaar later is er nog steeds geen uitsluitsel over wie nu eigenlijk de uitvinder is. Talrijke boeken zijn al over deze controverse geschreven en ook de New York Times heeft een paar jaar terug nog eens een reeks artikelen gewijd aan de oorsprong van dit klassieke ontbijt- of brunchgerecht. Het mysterie is diep geworteld in het toenmalige glamoureuze fin de siècle leven in New York."

Volgens Wikipedia zijn er inmiddels zo'n twintig variaties. Ham, spinazie of zalm in plaats van de bacon, kaassaus of Bordelaisesaus in plaats van hollandaisesaus, artisjok of Portobello in plaats van de muffin, en toevoegingen van tomaat, avocado, krab, truffel of kaviaar.. keuze genoeg.

Over keuzes gesproken.. Avontuurlijk zijn, ze zelf maken of decadent en lui tegelijk zijn en ze ergens gaan eten? Tot nu toe heb ik ze nog nooit zelf gemaakt, en ik weet dat ze op een paar plekken in Amsterdam op de menukaart staan. George WPA, Herengracht en Greenwoods. Maar dat betekent:  de deur uit, en dat stond niet in de planning vandaag. De keuken in, dan maar.

Brak Sausleekje
Vandaag ga ik voor Eggs Royal, ook wel Atlantic genoemd; met gerookte zalm. Op toast. En omdat ik natuurlijk al besloten heb mijn kater niet met ontgiftende thee, sap, fruit en noten te bestrijden, smeer ik lekker nog wat mayonaise op de toast. Eitje pocheren gaat me inmiddels wel lukken, de Hollandaise wordt deze morgen de grootste uitdaging. Honderden recepten en handleidingen online. Voor een sausleekje als ik zijn deze stap-voor-stap instructies een uitkomst. Eierdooiers scheiden, schiften tegengaan, au bain marie technieken... Ik vergeet dat ik nog in pyama ben, en voel me een hele échte kok. In gedachten zet ik mijn koksmuts erbij op.


Het is vol, romig, stevig. Precies wat ik nodig had.
Mijn keukentje is ondertussen veranderd in een slagveld. Pannen, drippende garde, uitgeknepen citroen, kommen, eierschaaltjes... Volgende keer toch weer buiten de deur. Maar het was het waard, en dat opruimen.... Dat komt straks wel. Of morgen. Want afwassen op Eggs Benedictdag, dat hoort vast niet. 

maandag 19 augustus 2013

Lekker vaag; mondvermaakjes uit de armoedzaaierskeuken.

Getalenteerden musiceren, dragen voor, doen hun ding.
Gefortuneerden betalen. Armen krijgen.

Allen gezeten aan één tafel. Ons even rijk wanend.

Küche der Armen
Via een online tip van voormalig collega, topchef en columnist Joris Bijdendijk ving ik iets op over Küche Der Armen. Een tijdelijk restaurant, waar kok en beeldend kunstenaar Sjim Hendrix met armoedzaaiers-ingrediënten zijn culinaire 'ding' zou doen.

Voedselidealist
Ik had -in alle bloggende eerlijkheid- echt nog nóóit van Sjim Hendrix gehoord, en toen ik naar informatie over hem zocht, kwam ik erachter dat hij opgeleid is door Michelinsterrenchef Dick Soek. Daar leerde hij dat alles, dat niet rechtstreeks uit de natuur komt, rommel is. Pas later, als arme student aan de Rietveld Academie, is Hendrix zich in het fenomeen van vies en goedkoop eten gaan verdiepen.
Maar het waren vooral de stukken waarin hij geciteerd werd, die mij nieuwsgierig maakten:

'Er bestaat een compleet vals begrip van wat luxe of lekker is. Iedereen stopt de hele dag gerookte zalm in zijn mik, terwijl die naar antibiotica en modder smaakt. Maar dat weet niemand, omdat ze de smaak van wilde vis niet kennen".

Ik eet zo'n beetje dagelijks gerookte zalm. Reserveren dus maar!

Reserveren = doneren.
De mobiele website doet het niet. "Omdat ze liever hebben dat je onderweg om je heen kijkt". Grappig. Thuis blijkt dat de site leuke tekstjes en weinig duidelijkheid biedt. Het prikkelt: "KLUB KDA serveert decadentie uit de armoedzaaiers keuken. Wisselende menu's voor een vaste minimumprijs.Wilt U komen eten? Een plekje reserveren aan tafel? Weten waar de KLUB zich bevindt?" Ja ja ja, natuurlijk! Spannend. Er blijkt eerst gedoneerd te moeten worden. Ik hoor graag bij clubjes, bij teams, jeej, fijn, gezellig, word ik blij van. Dus kom maar op. Je kunt kiezen uit bedragen tussen de 5 en 2500 euro. Hallo zeg! Ik besluit: 5 euro, omdat cluppies leuk zijn, maar onbekende cluppies... eerst even zien.
Een paar minuten later ontvang ik de bevestiging van mijn reservering. Tijdens het gehele avontuur is het natuurlijk geen seconde bij me opgekomen dat dit pop-up restaurantje ook weleens níet in Amsterdam zou kunnen zijn. "Schat, we moeten naar Den Haag!".


Lekker vaag
Zo belandde ik gisteravond, ergens in Den Haag, letterlijk in de gemeentelijke bosjes langs de weg, met mijn hoge hakken in de modder en een glas cider in mijn hand, hop, midden in de surrealistische realiteit van Sjim Hendrix. Een besloten tuinfeestje, een setting van buiten dineren, op hooibalen gezeten, aan een lange tafel, gezamenlijk met onbekenden. Doe ík in elk geval niet iedere dag.
Ook ik zal de vaagheid rondom dit half culinaire, half culturele en half illegale initiatief hier niet al bloggend gaan opheffen, maar oh, what a night!
Een avond vol verwondering en bewondering. Winkelwagentjes met video-apparatuur, een onthoofde maar kleurrijke tafelgenoot, openluchttoiletten, videobeelden van paddenstoelenplukkerij en een wasmachinetrommel op velgen als vuurkorf. Volgt u het nog? En heerlijk eten. Mondvermaakjes, noemt Sjim dat. Groffe oesters, wilde kokkels, spekbokking, moerasspirea, duindoorn, koolzaadolie, diklipharder, verveine, tweedekeustomaat, engelwortel, rucolabloem, zuring, boleten, biet, bramen, honingsorbet, venkelroomijs en rozenstroop.
Sjim Hendrix kookt goed, en zonder poespas. De ingrediënten spelen hier de hoofdrol, de smaken zijn mooi op elkaar afgestemd. Aardsheid, zuren, romigheid, bitters, het komt -elke gang weer- weer helemaal goed. Sjim vertelt dat de zoektocht naar zijn 'spullen' de meeste tijd kost. Hij zoekt, plukt, scharrelt en raapt, haalt zijn koopjes bij de boeren. En wij smullen.

Nijhoffgedicht
De maan hult ons in een sprookjesachtig licht, zo tussen het groen. Ik schop mijn pumps uit. Er wordt verteld, gevraagd, uitgelegd en gediscussieerd. Over de liefde, natuurlijk, maar ook over geluk, over een ongeluk, over rust, onrust, bambi, citeren, promoveren, melodie, stenen likken, vacuümkoken en spreeuwen afschieten. Er wordt voorgedragen: Jean Anthelme Brillat-Savarin, en gezongen: Michel Fugain. Menig Youtubefilmpje gedeeld. Gegiecheld en een traantje gelaten. Er worden glazen tegen elkaar geklonken. Ik waan mij in een gedicht van Nijhoff!

Wij, aan 't dessert, eenzelvige rebellen,
Ontveinzen 't in ons mijmerend gedicht,
Om niet, nu 't uur eind'lijk naar weemoed zwicht,
Elkanders kort geluk teleur te stellen.

We drinken samen, ongefilterd, sulfietvrij, biodynamisch. Ook weer minimaal gemanipuleerd. En aan het einde van de avond... nou, nog ééntje dan! Want straks moeten we afscheid nemen, gaan we de straat op en kunnen we morgenochtend misschien niet meer geloven dat deze avond werkelijkheid was.

Vanmorgen: het stro lijkt nog steeds in mijn bovenbenen te prikken, mijn nieuwe jurkje ruikt naar gestoomde kokkels en mijn voeten zijn, ook na het douchen, nog steeds zwart van de aarde. Mijn parelketting is gisteravond geknapt. De kralen van (nep)decadentie zwerven door mijn handtas.

Sjim is gefascineerd door het spel tussen armoede en decadentie. 'Want arm is ook degene die veel geld heeft en niet weet wat hij ermee aan moet"

En wij..? Wij zijn weer een ervaring rijker.

donderdag 16 mei 2013

Nieuwe vrienden, lekker lezen.

Boeken zijn je vrienden, dat zei mijn vader altijd. En ik ben dól op mijn vrienden.

Stapeltje
Op mijn vensterbank, die dienst doet als nachtkastje, ligt altijd wel een zichzelf verversend stapeltje van exemplaren waar ik tegelijkertijd 'in bezig ben'.
Uit? Dan gaat ie in de Billy's.
Nog niet aan begonnen? Dan heb ik mezelf het genot van deze nieuwe vriendschap waarschijnlijk beloofd voor een komend weekendje weg.
Omgebogen paperback? Ik herlees ook veel. Klinkt eentonig, maar relaties met vrienden moet je onderhouden, en ik kan het niet laten om bijvoorbeeld één keer per jaar mijn mishandelde exemplaar van De Vriendschap weer te openen.
En de samenstelling? Ik heb met mezelf de vreselijk strenge afspraak gemaakt dat het groepje vriendjes altijd een gemêleerd gezelschap moet blijven: niet alléén maar Jean Pierre Rawie, niet alléén maar Simone van der Vlucht, niet alléén maar wijn- en kookboeken, niet alléén maar denk-je-sterk-titels en zeker niet alléén maar Connie Palmen.


Op dit moment bestaat het stapeltje uit: 'Joop van den Ende/ De Biografie', 'Contemporary Cooking' van Francois Geurds, 'Spoedcursus Verlichting' van Tijn Touber en 'Tonio' van A.F,T van der Heijden. 'De Wijngek' van Hans Melissen is sinds gisteren uitgelezen teruggeplaatst in de kast. En dat betekent -hoera hoera-: er mag weer een wijnvriendje bij!

Vriendschapsverzoek
Olaf Tempelman maakte mij al een tijdje geleden enthousiast door er een motiverende column voor de Volkskrant over te schrijven: 
"'Het gerecht stuwt de vin jaune naar grote hoogten. Na het doorslikken trekt een parade van sensaties voorbij die oneindig lijkt te duren. Ik heb zelden een wijn-spijscombinatie geproefd die zo effectief was. Als ik mijn ogen weer opendoe - voor mijn gevoel is er een halfuur verstreken - kijkt Madelijn me lachend aan.' 
Dit is niet de ontknoping van het boek. We zitten hier pas op pagina 25."

Sindsdien vele malen vol verlangen mee in mijn handen gestaan. Maar elke keer gooide de strenge selectieprocedure voor het clubje van vensterbankvriendjes roet in het eten. Geen ruimte in de wijnsectie. Nú wel, en omdat je met vriendschappen natuurlijk niet lichtvaardig hoort om te gaan, zojuist maar meteen mijn nieuwste aanwinst besteld.

Het is "De Merkwaardige Psychologie van een Wijndrinker" geworden. Geschreven door Hoogleraar Psychologie Ap Dijksterhuis

.
Bol.com fungeert in dit geval als een soort Facebook. En hier valt over mijn nieuwe BFF alvast te lezen:

"De merkwaardige psychologie van een wijndrinker is een boek over wijn, over Frankrijk, maar vooral over de psychologie van een passie of hobby die (bij vlagen) uit de hand dreigt te lopen. Het boek houdt iedereen met een passie een psychologische (lach)spiegel voor. Hoe genieten we? Hoe werkt bewondering? Hoe belangrijk is voorpret? Wat tekent het fanatisme van een echte hobby? Wat gebeurt er met ons als we iets heel erg missen? Hoe reduceren we onze schuldgevoelens als we weer eens een volstrekt onverantwoorde uitgave hebben gedaan? Met veel vaart, humor en zelfspot beschrijft Ap Dijksterhuis zijn met wijn doordrenkte reizen, waarbij hij regelmatig psychologische verdieping zoekt. Het frivole boek kan zowel gelezen worden op een donkere novemberavond als op een zonnig Zuid-Europees terras. Maar het is wel aan te raden er een goed glas wijn bij te drinken."

Geen probleem. Gaan we doen. Op de vriendschap!

maandag 6 mei 2013

Een potje knikkeren met Chenin Blanc

Iets met meedoen is belangrijker dan winnen, ofzo...

Fuck dolfijnentrainer. Ik heb echt de leukste baan ter wereld! En één van de grote voordelen van het werken met wijn is toch wel dat je -goddank- nooit uitgeleerd bent.

"Education isn't something you can finish" -Isaac Asimov
Om te groeien als professional, moet je jezelf blijven uitdagen. Dus ik me opgeven voor de WOSA Sommelier World Cup. Mijn kansen zijn nihil; ik bevind mij in werkelijk belachelijk goed gezelschap van de jonge en gemotiveerde wijn-nerds van deze tijd, met de stof uit hun vinologenopleiding nog knisperend vers in het frisse goedgetrainde geheugen.
Het gaat in mijn geval dus niet om de knikkers, maar om het spel. Voor mij, -als eeuwige laatbloeier-, zijn deze wedstrijden vooral een hele goede motivatie om mezelf te blijven ontwikkelen, te blijven studeren, te blijven doorleren. Mezelf figuurlijk onderdompelen in wijn is hard werken en genieten tegelijk, en die persoonlijke en professionele groei is dan ook eigenlijk gewoon al meteen dikke winst. Hop, in the pocket. Dus toch knikkers.

Caepse druyven
Het thema van deze wedstrijd is Zuid-Afrika. Liefhebber was ik al. Kenner ben ik aan het worden. Rijtjes stampen van Regio's, Districts, Wards en Estates. Mijn historische kennis opfrissen: de VOC, Simon van der Stel, Hugenoten en apartheidspolitiek. Én leuk; Zuid-Afrika is het enige land dat het begin van de wijnbouw zo nauwkeurig kan aanduiden. Want op 2 februari 1659 schreef Jan van Riebeeck in zijn dagboek:
"Heeden is Gode lof van de Caepse druyven d'eerste mael wijn gepaerst".

Zuid-Afrika is het land van de microklimaten. Microklimaten, die, -dankzij de beschutting door bergketens, de koude Golfstroom die vanaf de Zuidpool langs de westkust trekt, het kruisen van de Atlantische Oceaan en de Indische Oceaan, de gevarieerde steenformaties van kiezel, zandsteen, graniet, grind, leem en kalk en dankzij de ligging van hellingen en valleien-, voor verschillende druivenrassen elke keer optimale resultaten kunnen leveren. En Zuid-Afrika is het land van de mooie woorden: Steen voor Chenin Blanc natuurlijk, maar ook Papegaaiberg, Bottelary, Agterkliphoogte, Piekenierskloof, Klapmuts, Doornkraal en Hanepoot Riesling. Zuid-Afrika en ik; het was liefde op het eerste gezicht.
Ik maar roepen dat ik niet meedoe om te winnen, maar hoe meer ik leer, beleef en proef, hoe meer ik uiteindelijk nog maar één ding wil: naar Zuid-Afrika! En laat dat nou net de prijs van deze wedstrijd zijn..

De lijdensweg van het blindproeven
Bij braaf studeren hoort ook de voorbereiding op het onderdeel blindproeven. Moeilijk, dus ik troost me maar met wat Harold Hamersma ooit over blindproeven schreef:
"De Engelsman Harry Waugh, wijnhandelaar, docent en voormalig directeur van het beroemde Château Latour werd ooit gevraagd: ‘When was the last time you mistook a Bordeaux for a Burgundy?’ Waarop Waugh antwoordde: ‘Not since lunch.’

Er zit niets anders op dan oefenen, oefenen en oefenen. Dus na een middagje in de zon aantekeningen makend aan de paperassen gezeten te hebben, is het tijd voor een nieuw glas. Vriendin Wendy levert mij flesjes in aluminiumfolie.
Hmmm, vol exotisch fruit, mango, witte perzik, honing, rins. Redelijke zuurbalans, niet superjong? Wel behoorlijk alcoholisch. Korte finish; eerst mooi sappig, daarna vettig, beetje weeiig mondgevoel. Chenin Blanc, definately. Maar waar komt dat alcoholische bittertje vandaan? Toch een blend? Of misschien wel een 2010 met z'n hete, droge zomer? En waar zijn mijn meerkeuze-antwoorden?
Vriendlief onthult de wijn; Chenin Blanc. Oude Kaap, Reserve Collection. Veel te moeilijk gedacht, met m'n blend. Het was eigenlijk een makkie, vandaag.

Maar ook makkies spoelen we in Huize Hofkamp niet door de gootsteen. Dus wordt er op dit moment een pastasalade in elkaar geknutseld, met gerookte kip, feta en mango. Gaat ie prima bij; tijd om de studieboeken aan de kant te schuiven.

Genoeg geknikkerd, vandaag.


woensdag 24 april 2013

Meals On Wheels; Ode aan de FoodTruck!

Sweet Memories
Vroeger was alles beter. Mijn middelbare school op Curaçao had bijvoorbeeld géén kantine. De leslokalen waren om het schoolplein heen gebouwd en als het dan bijna pauze werd, veranderde dat schoolplein in een soort openluchtverzameling van mobiele cateraars. Kleine ondernemers of thuiskoks reden met hun busjes en auto's het plein op, parkeerden in de schaduw van een boom en verkochten vanuit hun laadruimte of achterbak de meegenomen waren of zelfgemaakte snacks en drankjes.



Zo kon ik elke pauze opnieuw kiezen; Johnny Cakes kopen bij dat ene mopperende mannetje met z'n krakkemikkige busje of Pastechi's kaas, tonijn, rund of kip bestellen bij de Señora die achter een campingtafeltje in de achterbak van haar Mazda zat. En daarbij natuurlijk iets te drinken; Frio Frio (aanmaaklimonade met schaafijs), felgekleurde Popfrisdrank, blikjes Coco Rico of Ritz Orange Juice uit kartonnen pakjes. Elk busje of autootje bracht zijn eigen specialiteiten mee.
Het is -inderdaad- weer eens wat anders dan een gevulde koek met schoolmelk. Terugkijkend verbaast het me nog het meest dat ik me destijds eigenlijk nooit verbaasde over die eetgelegenheden op wielen, het mobiele streetfood, de rijdende catering. Hier en nu, kom ik ze veel te weinig tegen.
Ik mis ze, die vette pastechi keshi's als lunch. En ik mis de snackwagens ook.

Gelukkig is er hoop. De Rollende Keukens zijn onderweg!
Hét evenement dat mijn heimwee een beetje verzacht, een soort schoolplein vól FoodTrucks, waar tientallen mobiele eetgelegenheden samen één groot openluchtrestaurant gaan vormen: "van gastronomische vreetkar tot excentrieke pizzawagen en van rokende bbq-camper tot zingende keukenprinsessen"..


Authentiek
Veel culinaire evenementen van tegenwoordig zijn strak geregisseerd. De standjes lijken allemaal op elkaar, en men schenkt er om de paar vierkante meters dezelfde festivalwijn. Rollende keukens is in haar sfeer veel échter. De tot keuken verbouwde bakbrommers, dubbeldekkers, campers, vrachtwagens, aanhangers en busjes brengen allemaal stuk voor stuk een eigen design, eigen menukaart, eigen verhaal, eigen terrasje en dus ook eigen sfeer mee. Een beetje zoals het aanbod in mijn pauzes, toen. 

Toegankelijk
Dat begint al met de entreekosten. Toegang tot het evenement is namelijk gratis. En de prijzen van de gerechtjes zelf zijn ook vriendelijk. Die verraderlijke munten kennen ze hier niet, je kunt gewoon betalen met geld, net zoals vroeger, op mijn schoolplein. Rollende Keukens is geen semi-chique proevenement, maar biedt een lekker relaxed hippie-achtig sfeertje, zonder de zien-en-gezien-worden-poespas. Daarnaast kom je echt oog-in-oog te staan met diegenen die jouw voedsel bereiden. Vragen over ingrediënten, bereidingswijzen en hun business zijn hartstikke welkom en leiden vaak tot mooie verhalen achter het product dat je zojuist besteld hebt. Zoveel storytelling en beleving kan zelfs de modernste schoolkantine nooit bieden. 


Innovatief
Hier staan niet zomaar de poffertjeskraam of haringkar van om de hoek, maar originele en vernieuwende concepten op wielen. Zo kon je er vorig jaar drie uur lang slowcooked SpareRibs krijgen. Of duurzaam gevangen Kreeft eten van biologisch afbreekbare bordjes. Maar ook
ganzenkroketten en 'my little pony burgers' bij de Keuken het ongewenste dier. Of eerlijke bietensoep van het seizoen bij voormalige brandweerauto Buskruid. Én 100% biologische smoothies en sappen van de Vitamini, een tot mobiele smoothiebar omgebouwde -goh?- Mini. Ja, zoiets vind ik dus leuk, en dat blijft je dan net zo bij als de smaak van Pastechi's.




Sweet Dreams
Vanuit de verte hoor ik de rijdende eettentjes al pruttelend aankomen. De geuren van hun keukens komen langzaam dichterbij. Vol hoop speur ik de horizon af naar de voortrollende keukens. Ik waan mij al bijna in de rij voor iets lekkers, net zoals op mijn vroegere schoolplein. U raadt het al: ík kijk in ieder geval alvast dromend vooruit naar het weekend van de Rollende Keukens. Omdat het authentiek, laagdrempelig en innovatief is, ja. En eerlijk is eerlijk: ook omdat ik hoop dat ik er ooit nog zo'n Antilliaans busje tegenkom, dat mij dan een prachtige portie jeugdsentiment serveert. Sweet dreams, I know, maar als die érgens uit kunnen komen...

Wanneer? 9 t/m 12 Mei
Waar? Westergasfabriek, Amsterdam. 
Line-up van de FoodTrucks? Is nog niet helemaal online, maar het Rollende Rabarber Restaurant, Kok Au Van, BAKrestaurant, Whatthetruck en EcoPizza zijn er in ieder geval bij. Rollendekeukens.nl

zondag 14 april 2013

De Koe zegt....

Over ratelende trams en levende tosti's...

Stadsmeisje
Het is niet zo dat ik mijn leven tussen de skylines van een metropolis doorbracht, maar ik heb wel altijd in steden gewoond. Felgekleurd Oranjestad, toeristisch Willemstad, betoncity Den Helder, geweldig Groningen en bruisend Amsterdam. De paar vierkante meters aan landelijkheid in de buurt bestonden uit tropische stranden, het Noorderplantsoen en Hollandse duinen, dus écht platteland? Geen idee. Het heeft me altijd vooral erg koud, vies en ongezellig geleken.
Geef mij maar beton en baksteen, drukke kruispunten, ratelende trams. Hoge gebouwen die wind buitensluiten, overbevolkte fietspaden, stinkende grachten (zowel aan de Groningse als aan de Amsterdamse heb ik heel mijn hart voor altijd verpand...), studiootjes op vier-hoog-achter, terrassen die pal naast de weg liggen en die wij dan als 'mooi' bestempelen, lichtbakreclame's, etalages en lantaarnpalen die mijn weg door de stad 's nachts verlicht houden, en vooral lekker veel drukte. Centraal-Station-achtige drukte. Hoe meer, hoe beter.

Biecht: ik ben nog nooit op een boerderij geweest, heb nog nooit een koe van dichtbij gezien en twijfel wel eens of hooibergen nou echt bestaan of alleen in van die kinderboekjes. Ik vind Ouderkerk aan de Amstel al behoorlijk platteland. Gras ken ik van het Vondelpark, maar groene vingers zijn mij zo vreemd dat collega's mij 'Nienke, van de Pleur-op-Bloemist' noemen.

Laatst grapten mijn vrienden dat ik zo'n kind ben dat niet weet waar de melk vandaan komt.

Waar komt de tosti eigenlijk vandaan?
Behalve van de stad, hou ik ook erg van tosti's. Met kaas en tomaat. Hup, in het tosti-ijzer en klaar. Makkie. Niet dus. Want een paar weken geleden zat ik heerlijk onderuit gezakt in de filmzaal van het Food Film Festival klaar voor de film 'Make Hummus, Not War' en kwam er deze clip van de Tostifabriek voorbij. Een initiatief van een groep jonge creatieve stedelingen, die gaan laten zien wat er allemaal nodig is voor zo'n tosti in het tosti-ijzer kan.

"Midden in de stad zullen we met een zelfgebouwd graanveld, twee varkens en twee koeien, alle ingrediënten van een tosti van begin tot eind zelf produceren". 

Het zaaien van graan, het houden van koeien, grootbrengen van varkens, persen van kaas, pekelen van ham en bakken van brood. Een levende installatie over het wonder dat voorafgaat aan wat er op je bord ligt. De Tostifabriek, ontstaan als crowdfundend kunstproject, is volgens mij geen moraliserend leren-waar-de-melk-vandaan-komt-initiatief, maar wil wel de verbinding tussen mens en voedsel belichten. Het blijft kunst, inderdaad, want duurzaam is deze stadsboerderij nauwelijks... "Maar we willen dan ook juist laten zien wat er allemaal bij voedselproductie komt kijken. Wij zitten straks ook met een mestoverschot". 

Een waarheid als een koe
Alleen dat varkentje zat me nog een beetje dwars. Ik eet geen tosti's met ham. Niet uit principe, hoor; ik vind het gewoon niet lekker, en ik eet dus ook wel genoeg ander dier. Een varkentje slachten púúr voor de kunst, vind ik púúr onzin, maar ik realiseer me ook wel dat een varkentje slachten voor ham, voor tosti's, natuurlijk helemaal niets nieuws is, laat staan onzin. Dat gebeurt al eeuwenlang en elke dag in de wereld, en dat is wat hier uiteindelijk ook gaat gebeuren. Realistisch? Ja. Comfortabel? Nee. Hypocriet? Misschien. Maar -voor of tegen- het "levend maken van de tosti" draagt voor mij -in ieder geval met die discussie al- bij aan een groeiende bewustwording rondom voedselproductie.

Boerderij voor Dummies
Een fabriek waarin de spanning tussen stad en platteland, tussen industrie en landbouw en tussen milieu, mens, dier en voedsel aan den lijve te ondervinden is, daar wil ik bij zijn.
Dus heb ik me opgegeven als vrijwilliger. Uit nieuwsgierigheid, onwetendheid en betrokkenheid. Ik wacht nog op een reactie, maar over een paar weken ruil ik mijn hoge hakken, waarop ik de straten van de stad zo graag trotseer, hopelijk ín voor echte rubberen laarzen en mag ik gaan helpen in de stallen. Als beginner wordt het uitmesten natuurlijk, maar daardoor kan ik wel even héél dichtbij een koe komen. Zie ik ook eens waar de melk vandaan komt.

"En dat is dan geen sprookje, maar misschien wel nét zo bijzonder"

maandag 25 maart 2013

Gemopper en Gemekker; Lofzang op de Lente.

Gemopper
Volgens Nu.nl wordt het vandaag waarschijnlijk de 'koudste 24 maart ooit'. Meteorologisch gezien is de lente 3 weken geleden begonnen en astronomisch gezien een paar dagen geleden. Het is sinds 1952 niet meer zo koud geweest in de lente als vandaag. Voorspelde gevoelstemperatuur: -16 graden. Lekker dan; zo'n recordje. En wij maar mopperen.
Hoog tijd voor een nieuw geluid; hopelijk werkt het aanmoedigend.

Een nieuwe lente en een nieuw geluid
De intrede van een nieuw seizoen werkt doorgaans inspirerend. Mensen gaan naar de kapper voor een nieuwe look, de auto wordt in de eerste zonnestraaltjes voor de deur ingezeept, en bij Libelle gooien we alle ramen open voor de voorjaarsschoonmaak. Blijkbaar zien we het begin van de lente ook vaak als een nieuw begin van een heleboel andere dingen. Dat nieuwe begin is natuurlijk vaak symbolisch, inhoudelijk meestal zonder eind, en taalkundig eigenlijk gewoon weer zo'n ordinaire undercover contaminatie, maar daar hebben wij mensen nou enorm veel behoefte aan; nieuwe beginnetjes. Het weerklinkt in hoe Herman Gorter zo mooi en vol goede moed aan zijn -toch wat treurig eindigende- Mei, begon:

"Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht,
In een oud stadje, langs de watergracht --"


Zoen het seizoen!
Ik doe net zo hard mee, want de afgelopen dagen groeide in mij de onrust; bij een nieuwe lente 'hoort' een nieuwe blogpost. Ik wist ook meteen waarover; een lofzang op het nieuwe seizoen, en de producten die daarbij horen. Makkie.
Koken met seizoensproducten is opeens hip. Ik kan geen menukaart meer openslaan of er wordt trots aangegeven dat er in dit restaurant met seizoensproducten gewerkt wordt. Eigenlijk dus gewoon zoals het hoort. Het met de seizoenen mee eten en koken is voor de mensheid toch jarenlang noodzakelijk geweest? En waar wij consumenten door het enorme supermarkt- , toko- en restaurantaanbod makkelijk verwend raken en zoiets kunnen vergeten, zit het bij de meeste koks gelukkig gewoon nog altijd in hun natuur.
Ik werd me daarvan bewust toen een chefkok-eigenaar met wie ik werkte, mij keihard uitlachte omdat ik in december vertelde dat ik de avond ervoor een Salade Caprese had gekozen als voorgerecht. Dat was voor hem gewoon zó onbegrijpelijk, zó tegen zijn instincten in, dat ik me daardoor opeens realiseerde dat de seizoensproductenkalender voor hem geen google-opdracht was, maar een vanzelfsprekende leidraad in zijn belevingswereld, een tweede natuur, waarvan hij niet anders kon dan die volgen.
Een fascinerend inzicht, vond ik dat. En hoewel ik me ook wel realiseer dat koken volgens het seizoen vooral afwisselend en goedkoop is (ook niet geheel onbelangrijk voor zo'n chef), ben ik het eigenlijk wel een heel geruststellende gedachte gaan vinden; dat diegenen die ervoor doorgeleerd hebben, die ons in de restaurants voeden, het besef van de seizoenen in stand weten te houden en dicht bij moeder natuur blijven.

Leve de Lente! 
Natuurlijk: ik vind het heel fijn dat we nu álles het héle jaar door kunnen krijgen en eten, en ja - ik bestel nog steeds mijn Caprese in de winter, maar een klein stukje boerenverstand in mij is toch wel steeds meer aanwezig geworden, en fluistert dat die producten niet voor niets in dat bepaalde seizoen groeien of geoogst worden. De lente staat voor ons zó in het teken van transformatie en nieuwe beginnetjes, dat het ook wel heel logisch is dat zij producten levert die ons lichaam reinigen en ondersteunen bij de groei. Het kan niet anders dan in mijn voordeel zijn om gehoor te geven aan de seizoenen die mij voeden. Dus omarmen we vandaag het lente-eten, en zoenen het seizoen. Ook nu? Juist nu! De ideale manier om de Nova-Zembla-Taferelen van buiten compleet te negeren.

Rabarber
Vanwege de frisse zuren, graag met veel suikers. Als jam, compote, gebak, desserts en natuurlijk.. crumble. Vervaagt geheid alle trauma's aan zurige stelen bij dradige vleesjes. Doen dus. Crumble maken, makkelijk in de oven terwijl de oostenwind om het huis loeit. Crumble!

Asperges
Knapperig groen of voluptueus wit. De groene tips in een postivo picknickpastasalade. De witte een keer anders dan met ham, zalm en ei? Hier het recept voor Hartige taartjes met asperges.

Spinazie
De stevige wintergroenten maken plaats voor lichtere gezondheidsbommetjes. Barstensvol ijzer, vitamine C, K, A, B2, B6 mangaan, magnesium, calcium en selenium en tryptofaan, een essentieel aminozuur. Gewokt met knoflook door de pasta, of rauw als basis voor een salade. En in het tosti-ijzer, voor de Green GoddessSandwich 

Radijs
De bite en het kleurtje in elk gerecht. Vroeger, bij het kaasfonduen, liet ik ze altijd liggen. Nu gebruik ik de pittigheid graag in salades; met feta, of garnalen, of naast het zoete van krab en mango: Mmmmm!

"Al deze bloemekinderen? Ik dacht
Ze hadden allemaal op mij gewacht"

Gemekker
Maar er is ook vlees. En omdat we in het voorjaar naar buiten willen, schenkt de lente ons licht, smaakvol, mals lamsvlees, waarvoor doorgaans een kortere bereidingstijd geldt. Kijk, daar gaat het zonnetje wel van schijnen, hier binnen in mijn keukentje. Dus voor vanavond maak ik lamsspiesen om de lente te vieren. Een recept, dat ik ooit op zo'n receptenkaart zag staan, en dat -geheel volgens mijn voorkeuren- weinig handelingen en weinig ingrediënten bevatte, waardoor ik het altijd bewaard heb. Als je de marineertijd buiten beschouwing laat, is het zó klaar.

Nodig voor 2 personen:
- Een halve kilo lamsvlees, ik haalde hier op de zeilstraat biologische lamsbouten zonder bot.
- 125 ml yoghurt
- 2 teentjes knoflook
- Gele, rode en groene paprika


Snij het lamsvlees in stukjes van ongeveer 3 centimeter. Meng in een kom het lamsvlees met de geperste teentjes knoflook, peper en zout, en de yoghurt. Laat het mengsel afgesloten een paar uur in de koelkast staan. Niets meer aan doen.
Vanavond snij ik wat paprika in stukjes, even in een bakje olijfolie husselen en samen met de stukjes lamsvlees om en om aan de spiesen (in mijn geval grote cocktailprikkers) rijgen. Die over de randen van een ovenschaal-vermomd-als-opvangbakje hangen, en de oven in. 25 minuten op 200 graden. Alle tijd om tafel te dekken en de wijn te openen. Dat wordt rood. Lekker, standaard en lekker standaard uit de Medoc.

Straks trek ik mijn handschoenen en muts aan. Ik ga naar buiten, de snijdende kou in. Op het nieuws hoorde ik zojuist dat er vandaag geschaatst wordt in Friesland. Maakt me niet uit. Vanavond eten we lente!

"Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust."

zaterdag 23 maart 2013

Keukenprinsen en Pocheerprinsessen

"Hoe wil jij je eitje, liefste?
- Oranje, alsjeblieft"

Ik kan geen eieren pocheren. Eigenlijk kan ik nauwelijks een ei koken. Ik durf hier best op te biechten dat ik de woorden 'ei koken' een paar keer gegoogled heb, omdat ik het aantal minuten niet meer wist. En Google vulde trouwens elke keer heel behulpzaam 'ei koken hoe lang' als topresultaat aan, dus ik troost me maar met de gedachte dat ik blijkbaar niet de enige ben.



Er was eens...
Toen ik de eerste keer voor mijn lief een eitje wilde koken, ging het al meteen mis. Stomverbaasd keek hij toe hoe ik, met de google-resultaten in het scherm van mijn smartphone, een volle pan koud kraanwater op het vuur zette en ondertussen mopperde dat dat 'aan de kook brengen' altijd zo enorm lang duurt. Hij stuurde me de keuken uit, en vanaf de ontbijttafel, zag ik hoe hij de waterkoker als onderdeel van zijn Mise En Place gebruikte. Ik nam me meteen voor het de volgende keer natuurlijk ook zo te doen. maar eerlijk is eerlijk: ik heb sindsdien geen ei meer zelf klaargemaakt. Mijn prins op het witte paard, bleek eigenlijk een keukenprins te zijn.

Met Den haalde ik een levenslange garantie op gekookte en gepocheerde eitjes in huis. Ik wil ze 'oranje', en hoewel hij me elke keer probeert uit te leggen dat de kleur van de eidooier helemaal niets met de minuten bereidingstijd te maken heeft, en ik daar elke keer weer tegenin ga, maakt hij ze altijd precies zoals ik wil.
To nu, berustte ik in mijn lot. En liet ik me gedwee toast met zalm, mayo en gepocheerd ei voorschotelen. De liefde; je moet er wat voor over hebben.

Pocheerprinses
En dat heb ik. Dus wilde ik hem dit paasfeest verrassen door voor één keer een perfect eitje voor hem te pocheren. Voor één keer, inderdaad; want je moet de aangemeten rolverdeling in je relatie natuurlijk niet teveel ontwrichten. Maar een zelfgemaakt eitje-ontbijtje heeft 'ie wel verdiend. Ambitieus, i know. Dus; ik weer googlen. Maar na zo'n dertig artikelen over azijnsoorten, kookpunten, draaikolken en ijsbaden, hield ik het voor gezien. Ik moest bekennen: way out of my league, bepaald geen eitje.
Maar er is hoop. Tijdens mijn online studiereis, kwam deze tegen:



Een eipocheerder. Jep, bestaat echt. Ik hoor u hier lachen. Maar met dit geheime wapen verander ik voor één dag van Keuken-Kluns in Pocheer-Prinses. En daarmee ga ik paaspunten scoren bij de man die voor de rest van zijn leven eitjes voor mij zal maken. Lijkt mij een win-win. Nu nog op zoek naar de beste recepten met gepocheerd ei, wie helpt? Ik houd u op de hoogte.

Wilt u ook op uw paasbest presteren: de eipocheerder is hier te koop: Dille en Kamille

donderdag 28 februari 2013

Eendenmaagjes: een reisje op een bordje.


Eetbare herinneringen
Vorige week is bij ons een nieuwe menukaart ingegaan. En daar staat een "Gesier Salade" op. Een gerecht dat bij velen een rillerig 'huuuu' oproept, maar dat bij de liefhebber meteen het water in de mond doet lopen.
Na het ontdekken van dit gerecht op de kaart, zit die laatste groep verlekkerd en handenwrijvend te wachten tot ik de bestelling op kom nemen. Ik zie hun herinneringen als wolkjes boven hun hoofden zweven. Beelden van God in Frankrijk, zeg maar. Van zonnige lunches op Perigordse terrassen, van romantische diners bij kaarslicht, van overvloedig tafelen op avonden die eindeloos leken te duren, en van koperen pannetjes op oubollige kachels in pittoreske restaurantjes. De oppoppende wolkjes maken mij deelgenoot van hun flashbacks. Van de eerste keer dat ze de Gesier Salade op een kaart zagen staan, vroegen wat het was, nieuwsgierig werden. De eerste keer dat ze de salade op het bord zagen, proefden, aten.
Nadat ik de salade bij de gasten ingezet heb, zou ik het liefst onbeschoft lang aan tafel blijven staan, om het te zien gebeuren... De eerste hap, de dromerige blik in de ogen, de glimlach vol weemoedige herkenning; voor heel even gluur ik mee naar hun vakanties of culinaire belevenissen.


Ik vind dat fascinerend, en fantastisch. Hoe een gerechtje onze gedachten via de zintuigen terug kan brengen naar een tijd, een plek, een persoon. Misschien naar een zonovergoten pleintje onder de parasol, of juist naar een knus bistrootje bij de openhaard, maar natuurlijk altijd naar een waardevol of heuglijk moment, met een geweldig glas wijn erbij, en in prachtig gezelschap. Nou ja: Als God in Frankrijk, dus. Een reisje op een bordje. Het is voor mij het ultieme voorbeeld van een 'eetbeleving'.

De innig tevreden blikken van gasten die een gerecht uit hun vakantie terugproeven, inspireerden me voor dit blog. Want ík wil ook wel weer eens graag een culinair gedachtenreisje maken, en op die manier mijn heimwee naar de Loire, naar de Bordeaux, de Camargue of -vandaag dan- naar Perigieux verzachten (of -letterlijk- voeden?). Dus daar gaan we dan: op reis met de Salade de Gesiers!

Eerst even een lesje anatomie. De spiermaag is één van de twee magen die een eend heeft. In deze maag wordt het voedsel met zand en grind vermalen zodat het makkelijker door de darmen opgenomen kan worden. Nog gaver klinkt het volgens The American Heritage Dictionary:
giz·zard n. 1. A modified muscular pouch immediately behind the stomach in the alimentary canal of birds, having a thick lining and often containing ingested grit, which aids in the mechanical breakdown of seeds before digestion.

Zo. Dan weet u nu meteen of u bij de 'huuuu'-groep hoort.

Koffers pakken
Dan het inslaan van de ingrediënten. Eerst die gesiers in huis krijgen. Zodra die 'in the pocket' zijn, kunnen we boarden. We zijn op zoek naar de 'confit' versie, omdat we ze dan lekker in het eendenvet kunnen warm maken. Het bleek nog best een klus om ze te vinden en ik besloot tijdens mijn zoektocht dan ook radicaal om nooit meer een Franse Marché te verlaten zonder hiervan een paar potjes in te slaan om mee te nemen naar Nederland. Op Twitter een #durftevragen gesteld en vele reacties gekregen, waaronder de tips over een kraam op de Albert Cuyp, de Sligro en de Astridmarkt in Antwerpen. Maar we kunnen ze ook bestellen op: Frankrijkoptafel.
Mocht u in de keuken ambitieuzer ingesteld zijn dan ik, en de eendenmaagjes zelf willen confijten, dan heb ik dit recept daarvoor gevonden op Seriouseats.


Er zijn talloze recepten voor de Salade de Gesiers online te vinden, met tot mijn grote vreugde allemaal de 'moeilijkheidsgraad eenvoudig' of beginnersaanduiding. En zoals dat met reizen gaat: het vertrekpunt is vaak hetzelfde: kropsla, walnoten en de gesiers. Vandaag voegen wij daar een gekookt eitje en tomaat aan toe, maar ik vond ook variaties met toevoegingen van ui, spekjes, haricoverts, kastanjes, peterselie en pijnboompitjes. In het restaurant serveren we 'm met eendenlever, dus dat ga ik in de toekomst zeker nog eens naäpen. De vinaigrette is vaak op basis van balsamicoazijn of wijnazijn, met mosterd, walnotenolie of olijfolie, en soms met wat knoflook of basterdsuiker. Ik maak de vinaigrette lekker lui met de Franse slag (we gaan immers op vakantie..) en dat blijkt -in dit geval tenminste- een succesformule, maar mochten jullie wat exactere recepturen hebben, deel die dan gerust in een reactie.

Vergeet niet een heel klein beetje eendenvet mee te gieten over de opgemaakte bordjes salade. (En de rest ervan natuurlijk te bewaren voor andere heimwee-naar-La-Douce-France-gerechten!)

Bon Voyage!
Voor het ultieme vakantiegevoel drinken we er voor deze keer -ahum- maar iets bij. Om dicht bij dit terroirvoedsel te blijven, keek ik eerst vanzelfsprekend meteen naar Sud-Ouest: Cahors, Bergerac, Madiran.. maar stiekem wilde ik eigenlijk niet zo zwaar. En misschien ook wel geen rood. Silvaner dan? Riesling? Als alternatief heb ik ook nog even overwogen om heel eigenwijs een ander uiterste op te zoeken en mijn wachtende Dada 1 uit Nieuw Zeeland te openen: Sauvignon Blanc, Viognier en Gewurzstraminer. Lychee, honing en frisse zuren. Maar..net alsof we echt op reis gaan, kies ik op het laatste moment toch voor weer een ándere accessoire die nog in de koffer mee moet. Gewoon, omdat ik daar op dat moment nou eenmaal het meeste zin in heb. Jean Stodden Pinot Noir 2010, uit Duitsland. Een zonde, zegt u? Het was eerder zonde om níet te doen. Heerlijk sappig rood fruit, aardbeitjes, goed in balans met de zuren, zachte tannines met nog wat cassis in de redelijke lengte. We zijn door de douane.

Daar gaan we dan. Mmmmmm, en opstijgen doen we! Een hapje, een slokje, en de salade neemt ook mijn gedachten mee naar de tafel onder de parasol, op teakhouten stoeltjes met blauwgeruite kussentjes op het vlondertje voor ons Asterix-en-Obelixhuisje in Plazac.. de zon staat hoog aan de hemel, een hond blaft loom op het erf van de buren verderop, in het dal scharrelen de bruine lavachequiries, zomerbijen zoemen tussen de ons omringende varens en het lavendel.. alles klopt aan mijn wolkje, mijn reisje. Smaak, geur, mondgevoel, ultiem genieten.. Als Nien in Frankrijk. Missie geslaagd.

Bloggen is willen delen, ik gun jullie ook zo'n reisje op een bordje. Bon Voyage et Bon Appetit!

donderdag 21 februari 2013

Het Sprookje van de Green Goddess Sandwich



Laat ik maar meteen beginnen met het opbiechten van twee zaken. Daar kom ik toch niet onderuit als ik dit recept met jullie wil delen. En dan hebben we dat vast gehad.

Sprookjeswereld
Ik heb Pinterest ontdekt. Je kunt het gerust een verslaving noemen. Een prachtige plaatjeswereld van verzamelen. Plaatjes van adorabele jonge katjes, geweldige interieurs voor je toekomstige droomkasteel, de meest 'handige' Do It Yourself trucs en collecties van trouwjurken. Als je naar de 'Boards' van ons Pinners kijkt, zijn we allemaal alleen maar gelukkig in onze Walk-In Closets vol couture, reizen we de gehele wereld rond naar afgelegen baaien waar we in de morgenzon aan yoga doen, om straks weer terug te keren naar ons zelfgedecoreerde buitenhuis, sippend van een heerlijk verkoelende cocktail op onze schattig ingerichte porch met zelfgemaakt vogelhuisje in de tuin.

Óf we zijn allemaal moddervet... want er zijn ook miljóenen recepten, maar dan ook echt miljoenen recepten, waar ik mij tijdens het 'repinnen' dan bij voorstel hoe ik na uren kokkerellen stralend het ene na het andere topgerecht uit mijn keukentje tover voor geweldige groepen vrienden die met een glas goede wijn smachtend bij kaarslicht op mij zitten te wachten.

Kokkerellen
Brengt mij bij bekentenis nummer twee: bij dat 'uren kokkerellen' gaat het al mis. Ik ben, zoals eerder aangegeven, eigenlijk vreselijk lui als het op koken aankomt. Liefst maak ik amuses en voorgerechten. Zaken waarbij ik verse ingrediënten mag combineren, beetje brunoise snijden of sjalotje fruiten, gaan echt prima. Maar bereidingswijzen waar geduld en tactiek voor nodig zijn: ingewikkelde sauzen binden of eiwitten kloppen, man, dan haak ik het liefste zo snel mogelijk af. En dat wordt mij ook vaak mogelijk gemaakt. Vriendlief kookt de sterren van de hemel, dus al kies ik de meest tijdrovende of ingewikkelde recepten uit, hij stort zich er graag op en ik word na het eenvoudige snij- en hakwerk al snel uit de keuken ontslagen om op de bank het eindresultaat te mogen afwachten.



Green Goddess Sandwich
De plaatjes in dit blog komen echt van Pinterest. En ík ben dol op snelle tosti's. Was toevallig sinds kort toevallig ook weer meer met de smaak, textuur en mogelijkheden van avocado gaan experimenteren (ik heb zo van die fases...), dus dit recept leek gewoon voor mij geschreven.
Deze claimt voor Green Goddesses -en dus supergezond- te zijn. Klinkt natuurlijk net zo verdacht als Low Fat Mayonaise, maar daar trappen we -in het kader van de Pinterestwereld- voor heel even maar al te graag in.

Recept
Twee boterhammen insmeren met groene pesto, beleggen met plakken gesneden avocado, spinazieblaadjes en flink wat verkruimelde geitenkaas. Het originele recept is met mozzarella, maar daar ben ik na een paar keer van afgeweken; de geitenkaas maakt het wat smeuïger en geeft wat meer pit. Hup; in het tosti-ijzer en genieten maar. Gezond: waarschijnlijk best wel. Lekker: jazeker! Variaties? Kom maar op!

Site Pinterest