woensdag 20 november 2013

De alleen-etende mensch

Over medelijden, moed en troost, en over dat dat allemaal misschien wel niet nodig is...

Toen ik jong was, vond ik mensen die alleen in een restaurant zaten te eten altijd enorm zielig. Dan waren we met mijn ouders en broertje uiteten, en zat een paar tafels verder een meneer in zijn ééntje aan een tafeltje... Hartverscheurend vond ik dat, en ik stelde dan ook vaak voor om hem uit te nodigen aan onze tafel. Tijdens de avond bleef ik maar checken of meneer niet ter plekke aan zijn eenzaamheid ten onder zou gaan, maar dit gebeurde natuurlijk nooit.

Tientallen keren legden mensen mij uit dat alleen natuurlijk niet hetzelfde is als eenzaam. Het heeft eigenlijk ook wel iets moedigs, of juist iets luxueus.. Zoals in het werk van Harry Mulisch. In zijn boeken gaat de hoofdpersoon vaak (geromantiseerd) alleen uiteten, die hoofdpersonen zijn altijd vér van zielig. Ze eten goed, en smakelijk, hebben meer tijd om hun omgeving te observeren, leggen contact met obers, en genieten vaak extra van de smaken op hun bord of in hun glas. Daarnaast heb ik tijdens mijn werk trouwens ook nog nooit meegemaakt dat de alleen-etende gast tijdens het hoofdgerecht van ellende in huilen uitbarst. Eigenlijk vertrekken ze juist vaak innig tevreden, en dan beeld ik me maar in dat ze na hun vorstelijke maal naar hun éénpersoonshotelkamer gaan, om daar met een goed boek weg te zakken in een behaaglijk warm schuimbad, en zulke door-mijzelf-bijgevoegde-beelden troosten mij dan wel weer.

"Alleen is een puur fysieke toestand"
Dat klinkt natuurlijk raar; dat ík getroost zou moeten worden omdat ik een ánder zielig vind. Maar dat is eigenlijk precies waar het om draait; ik vind die mensen misschien zielig, maar dat betekent natuurlijk niet dat zij dat zelf ook zo ervaren...

Dat bevestigt ook Professor van Avermaet, sociaal psycholoog, in een artikel van Goed Gevoel: 'Hoe anderen van buitenaf toekijken op iemand die alleen zit, verschilt erg van hoe die persoon er zelf over denkt. Mensen die naar het park gaan als een sociale bezigheid beschouwen, gaan op die manier ook naar anderen kijken en dat gedrag vergelijken met hun eigen verwachtingen.'

Het is duidelijk: ík beschouw naar een restaurant gaan blijkbaar gewoon heel erg als een sociale bezigheid. Voor mij is eten verbinding maken. Met je zintuigen, je lijf, jezelf, maar vooral met anderen. Eten is ontmoeten, delen, erover praten, van elkaar proeven. Ik heb er ook altijd zo'n oerbeeld bij van dieren die bij een waterbron of voederplaats samenkomen, en met z'n allen daar eten en drinken. Samen eten hóórt eigenlijk gewoon, vind ik.

Maar dat vind dus niet iedereen.
Gaat u vaak alleen uiteten? Omdat het zo loopt, of juist omdat u dat zo prettig vindt? Of zou u graag alleen uiteten gáán, maar durfde u tot op heden niet? Grijp deze week uw kans: Pop-up restaurant Eenmaal gaat open, het eerste éénpersoonsrestaurant ter wereld. Een restaurant met enkel tafeltjes voor één persoon. Een creatie van social-designer Marina van Goor, van de gelijknamige Ontwerpstudio.
"It is the perfect place to dine in pleasant solitude; an exciting experiment for those who never go out for dinner alone and an attractive place to eat for those who already enjoy doing so".
Het concept werd al eerder getest tijdens Rollende Keukens en een succesvolle zomereditie.
Nu is er de herfsteditie, waarvan het aantrekkelijke menu al op facebook te zien is. 
Wanneer: 21 & 22 november 
Waar: Bos en Lommerweg 361, Amsterdam
Reserveren: reserveren@eenmaal.com
Info: www.eenmaal.com



Of ik zelf een reservering gemaakt heb? Nee. Niet alleen omdat het misschien nog íets te gewaagd is voor mij, maar omdat ik die avonden zélf al mensen bedien. 
Mocht daar weer eens een "ééntje" bijzitten, dan neem ik me bij deze voor om mijzelf uit te dagen en me aan leren om daar anders naar te kijken... te zien hoe meneer of mevrouw in zijn of haar eigen aangename gezelschap eet, drinkt, proeft en geniet.... mijn ideeën bij te stellen, en wie weet.. reserveer ik dan voor de wintereditie van "Eenmaal" wél een tafeltje....

woensdag 6 november 2013

Het regent en het is november... Troostvoer!

Over de herfst van het leven en dampende kommen soep.

Het regent en het is november:
Weer keert het najaar en belaagt
Het hart, dat droef, maar steeds gewender,
Zijn heimelijke pijnen draagt. 


De eerste strofe van het gedicht "November" van JC Bloem. Het moge duidelijk zijn: meneer Bloem heeft het hier niet alleen maar een beetje over het weer. Meer over het najaar van het leven. En zoals de regen ons soms wat somber kan maken, lukt het Bloem in dit gedicht uitstekend om ons in zijn herfstdepressie mee te sleuren, naar deze koude maand waarin het verval des levens van zich laat horen. En dat gaat -inderdaad- gepaard met een portie poëtische somberheid. Doe je niks aan.. Of tóch wel?

En in de kamer, waar gelaten
Het daaglijks leven wordt verricht,
Schijnt uit de troosteloze straten
Een ongekleurd namiddaglicht


Het ís natuurlijk ook een rare maand; november.. Met z'n korte dagen en hevige herfst. Het wordt merkbaar eerder donker, elke keer weer die regen, wind, natte bladeren, brrr.. Soms denk ik dat november met al zijn droefheid eigenlijk de échte laatste maand van het jaar is, maar dat we er ooit, om de pijn van deze glansloze eindigheid wat te verzachten, nog een "feestmaand" achteraan bedacht hebben. Waarbij dan dat "daaglijks leven" nog even opgefleurd wordt met stoomboten en rendieren en waarbij die "troosteloze straten" volgegooid worden met gekleurde lichtjes. Prima idee, als je het mij vraagt, want ik hou wel van een feestje.. Maar eerst dus november...

November, waarin de stemmige eindejaarsblues nog even niet overstemd worden door luide sinterklaas- en kerstliedjes. Waarin die picknick in het Vondelpark zo belachelijk ver weg voelt en overal regenjassen droevig druipend in kille gangen hangen. 

De jaren gaan zoals zij gingen,
Er is allengs geen onderscheid
Meer tussen dove erinneringen
En wat geleefd wordt en verbeid.


Die arme meneer Bloem. Hij liet zich niet inpalmen door het vooruitzicht van december. Voor hem lag het dieptepunt, hier en nu. In november.

Ik heb me daar tegen gewapend. Voor mij is er eigenlijk maar één manier om deze maand met z'n onvermijdbare sporen van ouderdom en eindigheid een beetje ongehavend door te komen. Want uiteindelijk gaat het in dit blog natuurlijk over eten. Troostvoer, in dit geval. Dames en heren, er is maar één echte remedie voor November, en dat is... soep. 
Elke keer als ik in november bij ingangen van winkels, restaurants en buren weer zo'n overvolle paraplubak zie staan, met van die lekkende paraplu's er in en zo'n zielig plasje er om heen, denk ik aan JC Bloem met z'n "altijd november, altijd regen", en dan besluit ik snel om weer soep te gaan maken.

Verloren zijn de prille wegen
Om te ontkomen aan den tijd;
Altijd november, altijd regen,
altijd dit lege hart, altijd.


Veel soep dus.
"Om te ontkomen aan den tijd"Diepe borden, mokken of kommen om je handen aan te warmen, om ze omheen te vouwen. Lekker behaaglijk. Slurpend, drinkend of lepelend. Zo'n hoopgevende pan soep op het vuur. Volgens Ischa Meijer was soep "als een goede vriend in huis". En het TownHouse Hotel in Maastricht heeft dat ook begrepen, daar bieden ze de gasten in deze tijd een kommetje soep aan bij het inchecken. Over een warm welkom gesproken. Dus ja, ik heb meteen geboekt.


De eerste week van november begon meteen met storm, en veel regen. Mijn eerste soepen van deze maand heb ik dus al op. Pindasoep met garnalen en kroepoek, en Tom Kha Kai met kokos. Het hielp. Maar voor eventuele toekomstige herfstbuien, heb ik al lang besloten wat mijn volgende opbeurende opwarmer wordt:

Aardappelcrèmesoep met truffel. 
Mmmmmmm! Recept hier, via Elle Eten te vinden. Heeft voor een soep nogal een fikse bereidingstijd, maar goed; dat is me zo'n kommetje antidepressiva, warmte en troost wel waard. Met knapperige aardappelkaantjes. Hoppetaaa, lekker romig, dikke Bourgogne erbij, en zo komen we de maand wel door. Niks leeg hart.

Ik zeg: november; eat your heart out!